Hermenegild Poort
Als het leven van P. Hermenegild Poort zijn normale gang had behouden en volgens zijn eigen verlangen was verlopen, dan zouden wij hem vandaag – of eerder misschien: hij zou dan zijn 84ste jaar wel niet gehaald hebben – begraven hebben op het kerkhof van Tao-yuan buiten de bisschopsstad van Luanfu of op dat van het klooster van Kao-kia-chwang, tussen al die anderen, waarmee hij daarginds heeft geleefd en gewerkt en op zo’n bijzondere wijze verbonden is geweest.
Zijn leven heeft die gang niet behouden en zijn einde niet in China gevonden. Na bijna dertig jaar daar gewerkt te hebben is hij in 1947 naar Nederland gekomen en nooit meer naar China terug kunnen keren. Hij was toen zestig jaar oud. Hij heeft grondig geprobeerd er hierin te komen en de ontwikkelingen der dingen te volgen. Dat was zijn aard en instelling: grondig en nauwkeurig. Hij heeft met toewijding verschillende rectoraten waargenomen. Mooi werk en allerbeste mensen. Maar het was geen Luanfu, nergens.
Nederland heeft deze man gevormd, maar China heeft zijn leven gezet en er zijn stempel op gedrukt. Allereerst de jonge en oersterke, maar door kruisen getourmenteerde en in vervolging getrainde Kerk van het land, waarin de dingen van het evangelie zich in zo’n elementaire en naakte gedaante vertoonden in hun beleving om zo’n uiterste consequentie konden vragen. En dan de merkwaardige broederschap van missionarissen, waarin hij daar werd opgenomen, met die karakteristieke opvattingen m.b.t. religieus leven buiten de kloosters, broederlijkheid en gemeenschapsband, regeltrouw, plichtsbetrachting en gebedsleven.
Nog onlangs schreef hij een der onzen daarover: “Waar ze hier nu nog naar zoeken, die ideale commune of communiteit, die ideale broederschap en het echte “Gemene Leven”, daar zijn wij toch zo maar ingevallen en we hebben het vele jaren mogen beleven”.
Velen van De Wilbert (Verpleeghuis te Katwijk) zullen met verwondering naar die oude man hebben gekeken en hem vaak niet hebben begrepen. Er school zoveel in hem van zijn leven daarginds. De wijze waarop hij steevast de koers ging, die hij had gevonden, en daar van anderen geen inmenging duldde. De manier waarop hij de grondwaarheden van zijn geloof en staat niet omzeilde, maar recht in de ogen keek. Het gemak waarmee hij zijn, door toenemende doofheid veroorzaakte, eenzaamheid wist te vullen. Zijn ernst en zijn strengheid, zijn humor en plagerijen. Zijn dagorde en heel zijn gebedsprogram. Allemaal dingen, die hij zich in China had eigen gemaakt en altijd aangehouden. Typerend was de afbeelding van de Moeder Gods van Chao-kia-ling, die hij na zoveel jaren nog steeds in zijn kamer had staan. Het was de Lieve-Vrouw, die in de bedevaartplaats van het bisdom vereerd werd, waar hij jarenlang pastoor is geweest en waar hij zoveel voor gedaan heeft. Daar moet hij veel van hebben gehouden.
P. Hermenegild heeft het in zijn leven niet gemakkelijk gehad. Zelf heeft hij het zich ook niet gemakkelijk gemaakt. De dertig jaren van pastoraat en ordebestuur in China in tijden van onrust en revolutie, oorlog en internering hebben hem gebeukt. De hoge eisen, die hij zichzelf stelde, en de nauwkeurigheid, die hij zichzelf oplegde, hebben hem gepolijst. En God heeft dit goud in de oven terdege beproefd.
Hij mag zich daar nu over verheugen: Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop voleind, het geloof bewaard. Nu wacht mij de krans der gerechtigheid…” En wij, die heel dit louteringsproces zich in hem hebben zien voltrekken, en weten wat dit van hem gevraagd heeft, en misschien wel eens het hoofd hebben geschud en gevraagd óf dit en waarom dit zo moest, wij, die nieuwe wegen zoeken om te leven, mogen van hem onthouden, dat het toch wel goed sterven is op de oude…
Mgr. C. Kramer (bisschop v. Luanfu)
